In het hart van Belgisch Limburg, verscholen tussen de dorpen Beringen en Koersel, ligt een stille getuige van een tijdperk van industriële grootsheid – de Steenkoolmijn van Beringen. Als een van de zeven mijnen van het Kempens steenkoolbekken, heeft dit mijncomplex een onuitwisbare stempel gedrukt op de geschiedenis van de regio. Recentelijk bezocht ik deze historische locatie, een intrigerende reis terug in de tijd, geleid door de gepassioneerde gids, Luc.
De Geboorte van de Mijn
De wortels van deze mijnsite gaan terug tot het begin van de 20e eeuw. Proefboringen in de dorpen Beverlo, Beringen, Koersel en Paal bevestigden in 1902 en 1903 de aanwezigheid van waardevolle steenkoollagen. Op 26 november 1906 werd de concessie verleend, waarna de uitbatingsmaatschappij Société anonyme Charbonnages de Beeringen werd opgericht in 1907.
Een Leven Ondergronds
Luc, onze gids, nam ons mee door de reconstructie van de mijn in de kelders van het museum. Met levendige verhalen bracht hij de realiteit van het mijnwerkersleven tot leven. Hij deelde zijn eigen ervaring als een voormalige mijnwerker, die tien jaar lang, acht uur per dag ondergronds werkte. De dagelijkse reis van anderhalf uur heen en terug op een karretje, gevolgd door zes uur onafgebroken kolen hakken, schiep een beeld van buitengewone toewijding en ontbering.
Industriële Glorie en Onmenselijke Risico’s
De hoogtijdagen van de mijnbouw brachten een maximum aan tewerkstelling van 6796 mijnwerkers in 1948 en een piek in de jaarlijkse productie van 1.900.000 ton in 1956. Echter, deze industrialisatie kwam met een menselijke tol. Luc, net als velen van zijn collega’s, leed aan stoflongen als gevolg van langdurige blootstelling aan kolenstof. Het gebrek aan gehoorbescherming, een eenvoudige maar cruciale veiligheidsmaatregel, was omdat het zo warm was daaronder dat je dat niet de hele dag volhoudt.
Een Nieuw Leven voor een Oude Site
Na de sluiting van de mijn in 1989, begon een nieuw hoofdstuk voor de site. In 1986 werd het mijnmuseum opgericht, dat later werd uitgebreid tot het Vlaams Mijnmuseum. De meeste gebouwen werden bewaard en beschermd als historisch erfgoed. Recente inspanningen hebben geleid tot de herontwikkeling van de site als toeristische en recreatieve bestemming onder de naam “be-MINE”.
Het Erfgoed Levend Houden
Vandaag de dag biedt de site veel meer dan alleen een glimp van het verleden. Het monumentale industriële erfgoed staat centraal in het herontwikkelingsproject. Bezoekers kunnen genieten van verschillende activiteiten, van zwemmen tot klimmen, van avonturen op de bergtop tot mountainbiken langs de terril. Met de integratie van een winkelcentrum, een scholencomplex en een nieuwe woonwijk, is de Steenkoolmijn van Beringen niet alleen een herinnering aan het verleden, maar ook een levendige hub in de hedendaagse samenleving.
Een koffiebranderij in de oude mijnsite van Beringen
In het hart van de historische mijnsite be-MINE in Beringen, is nu ook een plek waar ambachtelijke koffie wordt gebrand. Gelegen in het indrukwekkende Ophaalgebouw Noord, genoemd naar de imposante motor die ooit de levensader van het mijnbedrijf vormde, biedt deze plek niet alleen plek om koffie te drinken, maar ook een duik in het verleden van de mijnbouw. Als bezoekers hebben we het voorrecht gehad om te worden rondgeleid door de eigenaresse, die ons onderdompelde in de geschiedenis van het gebouw en de betekenis ervan voor de lokale gemeenschap. Hoewel Ophaalgebouw Noord tegenwoordig gesloten is voor het publiek, blijft de herinnering aan zijn rol als een essentieel onderdeel van het museum levendig, terwijl de aroma’s van vers gebrande koffie een nieuwe dimensie toevoegen aan de rijke atmosfeer van deze historische locatie.
Een bezoek aan de Steenkoolmijn van Beringen is niet alleen een kans om terug te kijken op een tijdperk van industriële glorie, maar ook om de onverzettelijke geest van de mijnwerkers te eren die hun leven waagden in de diepten van de aarde. Hun nalatenschap leeft voort in de zorgvuldige bewaring van dit historische monument en de voortdurende transformatie ervan naar een bron van inspiratie en recreatie voor toekomstige generaties.